Koekenbakker

“Zo koekenbakker”, roep ik tegen Laura als ik de badkamer binnen kom om heur haar te wassen. “Ja, je bent leuk hoor”, antwoordt ze met een uitgestreken gezicht. “Ja, je bent leuk”, herhaalt ze. “Maar niet heus”, voegt ze er aan toe. “Bovendien ben ik geen koekenbakker, ik ben een koekenbakster.”

Spiegels, ijdelheid en leuke kleren

Laura houdt niet van spiegels. Ze is bang voor haar spiegelbeeld. Zo bezien is het maar goed dat ijdelheid haar vreemd is.
Lees meer over: Spiegels, ijdelheid en leuke kleren

Zwartrijden

In de bus heeft Laura een aankondiging gelezen, dat er strenger zal worden gecontroleerd op zwartrijden. “Wat is eigenlijk zwartrijden?”, vraagt ze met verbazing in haar stem, als ik heur haar was. Ze geeft ook meteen zelf het antwoord: “Dat je niet in het donker mag rijden, hè?”

Inlevingsvermogen

Drie van de vier weekenden in de maand komt Laura naar huis. Vrijdagmiddag, na de dagbesteding, haal ik haar op. Ik leg al vast haar kleren voor de volgende week klaar – in een Blokker-box voor elke werkdag (als ik dat niet doe, trekt ze uiterst vreemde combinaties aan) – en praat nog even met de begeleiding. Laura staat blij en zwijgend bij de deur. Buiten, uit het zicht van bewoners en begeleiders, komen de eerste woorden, in de auto is er geen houden meer aan. Lees meer over: Inlevingsvermogen

De Wind

Laura en ik zitten samen op de bank. Zojuist heb ik heur haar gewassen en nu knip ik haar nagels. We kijken naar buiten. Het stormt. ”Kijk, het regent bladeren”, wijs ik naar het groen, geel en rood van de bomen dat door de lucht zwermt. “Ga jij maar ergens anders waaien, in een ver land, zeg ik weleens tegen de wind”, merkt Laura op. “Maar de wind zegt nooit wat terug.”